Sanli Urfa

Urfa of Şanlı Urfa (ook aan elkaar geschreven als Şanlıurfa, Turks: şanlı = "glorierijk") (Koerdisch: Riha) is een stad in Zuidoost-Turkije, met een geschatte bevolking van 390.000 inwoners (2004). Vroeger heette de stad Edessa. Ze ligt op een vruchtbare vlakte, aan drie kanten omringd door bergen. Ze vormt de hoofdplaats van de provincie ŞanlıUrfa, met een bevolking van ongeveer anderhalf miljoen mensen 2004). Het dialect dat er gesproken wordt ook Urfa genoemd.

De stad is via grote verkeerswegen verbonden met Gaziantep 150 km naar het westen, met Mardin 250 km naar het oosten, met Diyarbakır 250 km naar het noorden en met Syrië 75 km naar het zuiden.


De economie berust vooral op de landbouw en de veeteelt van de omringende regio; de voornaamste exportproducten zijn boter en wol.


Algemeen

De voornaamste bezienswaardigheid van Urfa is haar oude citadel, gelegen op een van de heuvels boven de stad. Daarnaast zijn ook delen van de oude stadsmuren bewaard, naast fragmenten van de waterbeheersingswerken die hier in de 6e eeuw werden opgetrokken. Islamitische monumenten zijn de 17e-eeuwse madrassa en de moskee van Abd ar-Rahman.
Urfa's eeuwenoud belang ligt bij zijn strategische positie op de pas die de handelsweg tussen Anatolië (Centraal-Turkije) en Noord-Mesopotamië (Noord-Irak) beheerst.
Een groot deel van de inwoners zijn Koerden, naast een belangrijke minderheid van Arabieren.

Geschiedenis

De plaats is al sinds duizenden jaren bewoond; ze werd voor het eerst in het Aramees opgetekend als Urhai. De stad wordt in verbinding gebracht met de aartsvader Abraham.
In de 3e eeuw v. Chr. verovert Alexander de Grote de stad en sticht er een militaire nederzetting en vernoemt haar naar Edessa, de hoofdstad van zijn vaderland Macedonië. In 150 wordt hier het christendom geïntroduceerd en hier zou een van de belangrijkste bisschopszetels van Syrië ontstaan.
In de 3e eeuw ontstond hier het koninkrijkje Osrhoene. Toen Abgar zich in de 3e eeuw als eerste christelijke koning van Edessa liet dopen en veel inwoners van het land zijn voorbeeld volgden, verrezen overal kerken en kloosters, en kon Edessa zich zo reeds vroeg ontwikkelen tot een centrum van godgeleerdheid. Een belangrijke stimulans werd gevormd door de Syrische christenen, met hun beroemde theologische school en zijn vele vermaarde leraren, waaronder Efrem de Syriër.
Algemeen wordt aangenomen dat de oudste christenen van Edessa de nazaten waren van de oergemeente te Jeruzalem. Sommigen van hen zullen zeker contact gehad hebben met mensen die Jezus nog gekend hebben. Edessa wordt wel eens de stad van de apostel Thomas genoemd. Volgens de overlevering zou Thomas opdracht gegeven hebben om aan de Edessenen het evangelie te verkondigen.
In de 7e eeuw viel de stad in handen van het Arabische Rijk.
In 1098 wordt de stad ingenomen door de kruisvaarders in de Eerste Kruistocht. In 1147 worden deze verdreven door de Turkse Seltsjoeken. Daarna zouden de verschillende heersers komen en gaan. In 1637 lijven de Ottomanen de stad bij hun rijk in en kreeg de stad haar huidige naam.

In 1830 komt de stad korte tijd onder de controle van de Egyptische onderkoning Mohammed Ali Pasja. Een vervolging van de Arameestalige christenen in 1916 zorgde ervoor dat de christelijke bevolking van Urfa nu zo goed als verdwenen is.




0 reacties: